Pootaardappelacademie en project Virus en Vector

Onderzoek naar nieuwe kennis

Virussen vormen een belangrijk (kwaliteits)probleem in diverse gewassen, omdat ze daarin vaak tot opbrengst- en kwaliteitsverlies leiden. Bij consumptie- en zetmeelaardappelen ontstaan deze opbrengsteffecten met name als pootgoed wordt uitgeplant wat geïnfecteerd is met virussen. Daarom wordt voor pootaardappelen gekeurd op virusbesmetting door de NAK. De afgelopen jaren is de aandacht voor virusproblematiek weer toegenomen, omdat er relatief meer partijen in klasse zijn verlaagd door een te hoog besmettingsniveau met voornamelijk het Aardappelvirus Y (PVY). Daarnaast verwacht men in de toekomst meer virusproblemen, o.a. door klimaatverandering en het wegvallen van chemische bestrijdingsmiddelen.


Doelstelling en probleemstelling

In de PPS Virus- en Vectorbeheersing werken de Pootaardappelacademie, bedrijfsleven en kennispartijen samen aan deze problematiek. De PPS heeft de volgende doelstelling: Ontwikkelen van een duurzame, effectieve en klimaatbestendige set beheersmaatregelen tegen virusinfecties


Waarom dit project?

  • Probleem met virusinfectie neemt toe: Geleidelijke toename in het aantal jaren met een hoog percentage verlaging (>15%) in de nacontrole;
  • Kennis onder de huidige aanpak is (mogelijk) verouderd door genetische en klimaatverandering;
  • De huidige chemische beheersingsmaatregelen staan onder druk: Huidige beheersing/bestrijding virus vector (luizen) is gebaseerd op chemische GBM -> middelenpakket staat onder druk i.c.m. sterke maatschappelijke druk.

Om tot een betere virus- en vectorbeheersing te komen is het belangrijk dat het onderzoek in de PPS aansluit bij de praktijk. Om die reden en om een vinger aan de pols te houden is de PAA aangesloten. Onderzoek leidt namelijk niet automatisch tot aansluiting bij en actie in de praktijk. Denk aan het ontwikkelen van een nieuwe virusdetectiemethode voor gebruik in het veld of het toetsen van andere vangstsystemen om de activiteit van virusoverdragende bladluizen te monitoren. Het is belangrijk om in het onderzoek nauw samen te werken met deelnemers die met deze methoden gaan werken in de praktijk en te zoeken naar alternatieve beheersmaatregelen.


Praktijk deelnemers

Mogelijke beheersmaatregelen zijn er legio. Binnen het project zijn door de samenwerkende partijen verschillende maatregelen aangegeven die men wil onderzoeken waarvan de belangrijkste zijn:

  1. Optimalisatie toepassing middelen (moment van de dag, planning, techniek, capaciteit)
  2. Effect van barrières, randen, stroken, omgeving, grondbedekking, mulchen etc op bladluis/PVY infectie.

Om dat in kaart te brengen wordt een beroep gedaan op de Pootaardappelacademie

De WUR gaat om die reden interviews afnemen bij PAA telers wat betreft de optimalisatie van de bestrijdingsmaatregelen strategieën en monitoren van percelen van of bij PAA deelnemers. Voorbeelden:

  1. Pootaardappelenpercelen waarvan minimaal 1 rand voorzien is van een aangelegde bloemenrand, barrière, bosschages, bloemrijke berm e.d.
  2. Percelen waar alternatieve maatregelen plaatsvinden, zoals een dekvrucht, mulch e.d.

We gaan er van uit dat we in een volgend artikel wat resultaten kunnen vermelden


Harrie Vreman: Projectleider Pootaardappelacademie Flevoland

Akkerbouwnet: kennis is voorsprong
Mogelijk gemaakt door Webnode Cookies
Maak een gratis website. Deze website werd gemaakt met Webnode. Maak jouw eigen website vandaag nog gratis! Begin